Ons dorp
Fochteloo nu
Het dorp Fochteloo is van oudsher een boerendorp. Tussen het Fochtelooërveen aan de oostkant en het beekdal van het Groot Diep aan de westkant loopt een lange, smalle zandrug waarop bijna alle bewoning zich concentreert. Een duidelijk dorpscentrum is dan ook niet aanwezig. Als voordeel staat daar tegenover dat de 400 inwoners in het 5 kilometer lange streekdorp wel bijna allemaal ruime woonkavels hebben. Het aantal grondgebonden boerenbedrijven is de laatste jaren tot een tiental teruggelopen. Een viertal zorgboerderijen heeft een nieuwe invulling gegeven aan opengevallen plaatsen. Een nieuwe invulling is ook gegeven aan het gebouw van de basisschool die helaas door een tekort aan leerlingen moest sluiten. Daar is nu het Landelijk Centrum voor de Prentkunst Nobilis gevestigd. In hetzelfde multifunctionele gebouw bevindt zich ook het dorpshuis Et Legien en heeft de voetbalclub F.C. Fochteloo zijn voorzieningen.
Op winkelgebied heeft Fochteloo niets meer te bieden, maar qua natuur scoort het met het duizenden hectares grote Fochtelooërveen heel hoog. In 2001 was het de eerste plek in Nederland waar, na een afwezigheid van honderden jaren, weer kraanvogels broedsucces hadden. De korhoenders die vroeger de trots van het dorp waren, zijn nu helaas enkel nog in een metalen uitvoering tegenover het café te bewonderen. Verder leven ze nog voort in de naam van café Het Korhoen, het koor De Koorhoenders en in een natuurstenen monument dat Anne Woudwijk bij het dorpshuis beitelde. Even verderop is nog de klokkenstoel te vinden met 14e-eeuwse klokken.
Aan de noordkant gaat Fochteloo ongemerkt over in de buurtschap De Knolle die officieel bij Oosterwolde hoort. In de dagelijkse praktijk van het dorpsleven wordt deze buurtschap bij Fochteloo gerekend. Het omgekeerde is het geval met een paar woningen aan de vaart tussen Appelscha en Oosterwolde die officieel als Fochtelooër Verlaat te boek staan.
Fochteloo toen
Geschiedenis van Fochteloo in het kort (uit Dorpsgids Fochteloo 2017).
Fochteloo behoort tot de vroegst bewoonde gebieden van Noord-Nederland.
Reeds voor onze jaartelling was er al bewoning. Aan het Singelfietspad naar het Fochtelooërveen, bij de zgn. Tachtig Bunder, werden in de dertiger jaren van de 20e eeuw de grondsporen van een nederzetting uit de prehistorie ontdekt.
De oorspronkelijke boerenbevolking was in de middeleeuwen voor het jaar 1328 inwoner van de Graafschap Drenthe. In dat jaar sloten twaalf dorpen (parochies) zich aan bij de “vrije Vriezen van Stellingwerf”. Daaronder dus Fyochtbole, oftewel Fochteloo.
Rond 1850 waren door de eeuwenlange cultuur van het boekweitbranden, het inzakken van het veen en de verbeterde afwatering al de restanten van een oerwoud aan het licht gekomen. Ooit, eeuwen geleden moet door het opdringen van het veen en bij een harde storm dit oerbos geveld zijn. Ons dorp ontleent er zijn naam aan. De betekenis van Fochteloo is “vochtig bos”.
Tot ongeveer 1800 kende Fochteloo het stroompje De Vogelrijd, dat uit het veen ontsproot en enkele honderden meters ondergronds zijn weg vervolgde en in het Diep uitmondde. Fochteloo is van oudsher een landbouwdorp met 14 boerderijen. De eerste stond op de plaats ten zuiden van kamp Oranje. Rond 1900 kende ons dorp nog een vijftal boerderijen van het zogenaamde hallehuistype (vroeger vaak aangeduid als Saksisch), de meeste toen nog in de oorspronkelijke vorm uit de achttiende eeuw. Het verraadt de Drentse afkomst. Nu kent Fochteloo nog een exemplaar van dit type (bouwjaar 1708), helaas echter niet meer in originele staat.
De kavels liepen destijds van de “veenscheidinge” tot aan het Diep (nu Grootdiep). Bij elke boerderij hoorde een groot gedeelte woeste grond in een lange strook. Die “uitgangen” liepen kilometers ver door tot aan de Drentse grens. Dit veld werd benut voor het steken van plaggen en turf, het weiden van schapen en de verbouw van boekweit. In het midden van de negentiende eeuw had Fochteloo nog 2000 schapen die gehouden werden in 5 kudden. In 1927 stond er nog een schaapskooi aan het Zuideinde.
Begin negentiende eeuw woonden er 75 mensen in Fochteloo. Men leidde een sober bestaan. Na 1835 kwam de turfproductie op gang, hoewel deze altijd van minder betekenis was dan die in Appelscha en groeide de bevolking. Van 1887 tot ongeveer 1920 kende Fochteloo een voor- en najaarsmarkt., op de hoek Zuideinde – Mardijk. Na 1907 nam de aanvoer op deze markt elk jaar af.
Op het kerkhof stond tot 1832 een kerkje. De klokken uit de klokkenstoel dateren uit de veertiende eeuw (Rijksmonument). Even ten zuiden van het oude kerkhof stond in 1765 al een klein schooltje. Het oude schoolgebouw (nu woning) en het oorspronkelijke meestershuis dateren van 1886, in 1891 verbouwd en aangepast.
Anno 1895 was in meer opzichten een belangrijk jaar in de geschiedenis van ons dorp. Tot dat jaar kon men vanaf Fochteloo slechts via een “kerkenpad” naar Oosterwolde. Een andere verbinding per as was er via de Knolle en Weper óf over de Mardijk (een pad dat niet meer in gebruik is, vanaf het Zuideinde naar de vaart ter hoogte van Fochteloo-Verlaat) en dan via de oude Fochtelooërweg via Venekoten naar Oosterwolde. Deze laatste verbinding verviel uiteraard bij de aanleg van de Opsterlandse Compagnonsvaart in 1817. De latere ruilverkaveling maakte het gebruik helemaal onmogelijk.
In dat jaar 1895 werd ook de weg van Medhuizen doorgetrokken, werd er een boterfabriekje gesticht (later in gebruik als N.H. Kapel, nu particulier bezit) en werd de sluis in de Compagnonsvaart opgeknapt. In dat jaar werd ook de begraafplaats aangelegd, tegenover het oeroude kerkhof.
Tot 1910 kende ons dorp alleen zandwegen. In dat jaar werd besloten de weg Oosterwolde tot de oorspronkelijke Mardijk aan het Zuideinde in Fochteloo te verharden. In 1912 werd dan het gedeelte vanaf de Mardijk tot Appelscha verhard. Ter viering van dit feit werd op Hemelvaartsdag 1912 het grote straatwegfeest gehouden. Met versierde wagens werd voor de kinderen een tocht gemaakt via Oosterwolde en Appelscha.
Door de nieuwe verbinding met Oosterwolde in 1895 was het centrum allengs meer komen te liggen op de driesprong met Oosterwolde. In de twintiger jaren van de twintigste eeuw kwamen daar een smidse, enkele winkeltjes en ook een café. In 1935 werd bij de smid de eerste telefoon geplaatst.
Het kamp Ybenheer aan de Veenweg (eigendom van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en in 2019 ontsloten door en in beheer bij de Community Fochteloo) was in 1941 opgezet als werkverschaffingsproject. In de oorlog diende het als werkkamp voor Joodse mannen en was voorportaal voor Westerbork en de Nazi-vernietigingskampen in Polen. Ter nagedachtenis aan hen is er bij de ingang van Ybenheer in 2002 een gedenkplaat onthuld. Van 1951 tot 1965 verbleven er de gezinnen van KNIL-militairen, evenals in het ernaast gesitueerde kamp Oranje.
In 1959 is een deel van Fochteloo voorzien van waterleiding en in 1961 geheel Fochteloo. In 1994 werd dorpshuis Et Legien gebouwd. In het gebouw was eerder ook de Openbare Dalton Basisschool De Vogelrijd ondergebracht. Daar resideert nu de Stichting Nobilis met een museaal Landelijk Centrum voor de Prentkunst .
Met de Dorpsgids Fochteloo 2017 in de hand (te koop bij de Geitenmeijerij, Nobilis en de TIP) of via de “APP” Historische Fiets- en Wandelroute RAAF (https://www.historische-route.nl) zijn de uitgebreide geschiedenis te lezen en de bijbehorende interessante objecten op te zoeken en te bewonderen.